Een grote, zachte, onafhankelijke KRACHTPATSER
De Malamute is nog een beetje ‘n hond in zijn oervorm. Als deze krachtpatser uit het hoge noorden genoeg leiding krijgt zal hij erg gesteld zijn op zijn baas, maar wel op een ietwat onafhankelijke manier. Hij trekt er graag met de familie op uit, maar kan er ook heel tevreden in zijn uppie op avontuur gaan als hij de kans krijgt. Dan kun je weleens verontruste telefoontjes uit de omgeving krijgen, dat je ‘wolf’ los door de omgeving loopt te struinen.
Duizenden jaren geleden ontwikkelde zicht in het noorden van de Verenigde Staten een geharde, stevige hond die uitstekend toegerust was om extreme kou te verdragen en zware lasten te trekken. We hebben het hier over de Alaska Malamute, een ras dat als het ware werd geboren bij de Inuitstammen, of zoals ze bij ons beter bekend zijn: de eskimo’s. Een van deze stammen was die van de Mahlemuts, die leefde in het gebied dat later Alaska zou gaan heten. Dat stukje van de wereld was een groot deel van het jaar volledig bedekt met ijs en sneeuw. Overleven in die ijzige wildernis was moeilijk en waarschijnlijk onmogelijk geweest, als de Mahlemuts niet geholpen waren door hun grote, uitermate krachtige en zwaar behaarde honden.
Eerbied voor de honden
De honden trokken sledes over de ijzige vlaktes, boten langs de oever van de baaien tijdens de visvangst, hielpen bij de jacht op kariboes en zeehonden, en dienden ook nog eens als een soort levende verwarmingsbron. Het mag dus duidelijk zijn dat de mensen in die tijd veel waarde hechtten aan hun honden en er een grote eerbied voor hadden; hun voortbestaan hing ervan af. De dieren werden dan ook streng geselecteerd op hun gebruikswaarde, kracht en gezondheid. Tevens vond er een vorm van natuurlijke selectie plaats. De pups werden
vaak in een sneeuwhol geboren, ‘s zomers jaagden de honden voor hun eigen voedsel en de honden onderling konden soms stevig vechten. Toch zorgden de Mahlemuts goed voor hun honden, wat resulteerde in honden die vriendelijk en zachtaardig met mensen omgingen.
Goudkoorts
Eeuwenlang leefden de Inuit op deze manier met hun honden die eerst bekend stonden als Husky, een verbastering van ‘Esky’. De goudkoorts, die uitbrak nadat dit edelmetaal in 1896 werd gevonden in Alaska, zorgde echter voor een grote verandering. Westerlingen overspoelden Alaska met dollartekens in hun ogen, allemaal erop belust om snel rijk te worden. Zij namen hun eigen honden mee, die echter vrijwel nooit opgewassen bleken te zijn tegen het barre klimaat. De vraag naar Malamutes steeg explosief, aangezien de enige betrouwbare manier van transport de hondenslee was. Er werd maar raak gefokt en van alles werd met elkaar gekruist. Als het maar een beetje op een Malamute leek dan was het al goed. Een tweede klap voor het ras volgde in 1908, toen er een race per hondenslede werd georganiseer onder de naam All Alaska Sweepstake Race. Vanaf dat moment werden sledehondenraces populair en dat was bijna de
doodsteek voor de Malamute. Deze harde werker was door de eeuwen heen gebouwd op kracht en uithoudingsvermogen, maar niet op snelheid. Daarin legde de Malamute het ruimschoots af tegen de veel snellere, lichter gebouwde Husky.
Nog niet uit de gevarenzone
Gelukkig zette een aantal mensen zich in de periode vanaf 1920 enorm in voor het behoud van de enige echte Malamute. Dat zij daarin succesvol waren blijkt uit het feit dat de Malamute in 1935 door de American Kennel Club erkend werd. Toch was het ras nog niet helemaal
uit de gevarenzone. Tijdens de tweede wereldoorlog gebruikte het leger deze honden in de poolstreken. Veel Malamutes hebben toen het leven gelaten. Zoveel zelfs dat het voortbestaan van het ras in gevaar kwam. Het openstellen van het stamboek voor nieuwe inschrijvingen zorgde ervoor dat dit gevaar voorkomen werd. Hierdoor kunnen we tegenwoordig nog steeds van dit prachtige ras genieten.
Het volledige rasportret is te lezen in Onze Hond nummer 9. Dit nummer kan je kopen in een boekhandel bij jou in de buurt of online bij de bcm store.