De keuze maken om je zieke hond in te laten inslapen, regelmatig wachten mensen te lang met het nemen van deze moeilijke en emotionele beslissing. Dat weet dierenarts Martijntje van der Veer als geen ander. ‘Je moet altijd denken aan wat het beste is voor je hond!’
Martijntje: “Ik sta vrij dicht bij de natuur. Daarmee bedoel ik dit: tegenwoordig worden dieren nogal snel vermenselijkt. Vooral honden, katten en andere huisdieren, terwijl landbouwhuisdieren als een product worden gezien. Ik ben van mening dat elk dier een eigen waarde heeft. Als een dier in de natuur op een gegeven moment ziek wordt en niet meer mee kan doen, is die natuur vrij hard. Dan gaat zo’n dier snel dood. Bijvoorbeeld omdat het zich niet meer kan voeden of niet langer in staat is om weg te rennen voor een roofdier. In de praktijk houd ik als dierenarts rekening met zulke factoren. Ik kan dokteren tot het gaatje, maar dat hoeft voor het dier niet altijd goed te zijn.”
Denken in het belang van de hond
Er kan heden ten dage erg veel op medisch gebied, er is veel onderzoek gedaan naar allerlei behandelingen, en sommige eigenaren willen ook ver gaan om hun huisdier te behouden. Martijntje: “Ik probeer altijd voor het belang van het dier te staan. In die zin dat kwaliteit van leven bij mijn vooropstaat. Mijn ervaring is dat menig huisdierbezitter – met de beste bedoelingen – de neiging heeft om te lang door te gaan met dokteren. Het is ook niet makkelijk om de beslissing tot euthanasie te nemen. Vooral als het dier geleidelijk aan slechter wordt, meer mankementen gaat vertonen en dus steeds minder comfortabel wordt. Vaak eten dieren tot het einde toe, en dat is niet zelden het criterium voor mensen: als mijn dier niet meer eet, pas dan hak ik de knoop door. Dat gedrag is verklaarbaar, want in de natuur moet een dier in de groep zich beter voordoen dan hij zich daadwerkelijk voelt. Dat doet hij om te voorkomen dat hij uitgesloten wordt en dat gedrag zie je terug bij huisdieren. Als ik zie dat mensen te lang willen doorgaan dan goed is voor het dier, ga ik daarover met hen in gesprek. Dan wil ik als eyeopener fungeren. Dat is niet makkelijk en vaak verdrietig. Als een dier echt oud is, heel veel slaapt en niet meer naar buiten wil, vraag ik bijvoorbeeld aan mensen: ‘Denk je wel eens als je ‘s ochtends wakker wordt, ik zou het liefst willen dat mijn dier vannacht uit zichzelf ingeslapen is?’ Vaak hoor ik dan: ‘Ja, dat zou ik willen.’ Dan is het moment daar om de beslissing te nemen die je zo moeilijk valt.”