In oude geschriften, documenten, boeken en op prenten en schilderijen is de geschiedenis van hondenrassen vastgelegd. En het werk dat ze doen. Meegaan op jacht, het drijven en hoeden van een kudde, het bewaken van huis en haard en het gezelschap houden van de mens. Elke maand gunt Onze Hond de lezer een inkijkje in de rijke historie van een hondenras. Deze maand: de Basset Hound.
Het historisch portret van de Basset Hound is eenvoudig te schrijven, in zoverre dat vrijwel alle kynologische auteurs het eens zijn over het ontstaan en de ontwikkeling van dit hondenras. Vast staat dat dit type hond in de middeleeuwen in Frankrijk vrij veel werd gebruikt bij de jacht.
‘Laagstaande’ hond
Omstreeks 1561 verschijnt La Vénerie (De Jacht) van de Franse auteur Jacques Du Fouilloux (1519-1580). De schrijver draagt het boek op aan de jonge Franse koning Charles (Karel) IX, die regeert van 1560 tot 1574. Du Fouilloux schrijft dat deze honden – die hij Bassets d’Artésien of Bassets d’Artois noemt – afkomstig zijn uit de Franse provincie met die naam en uit Vlaanderen. De naam Basset – en dan met verschillende toevoegingen van de streek waarin deze honden zijn te vinden – is afgeleid van de Franse term voor ‘laagstaand’. Bovendien verdeelt hij de honden in twee types: de Artésien, met kromme voorbenen en de Vlaamse Basset, met rechte voorbenen. Du Fouilloux illustreert zijn boek La Vénerie onder andere met ruwharige Bassets, die een beetje op de huidige Basset Fauve de Bretagne lijken. Bij het verdwijnen van het koningschap, van de pracht en praal bij de jacht en bij de komst van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ verdwijnt ook een aantal typische Franse Brakken, zoals de Chien Norman en de Chien de Bresse. Zij overleven de grote maatschappelijke veranderingen niet. De Franse auteur Henri de la Blanchière publiceert in 1875 Les Chiens de Chasse en daarin schrijft hij: ‘Grote Brakken op korte benen. Het zijn de kracht en de massa van deze lage Brak die de vreemdeling steeds weer opvallen.’
Uitwisseling van rassen Dankzij de Franse graaf Jean-Emmanuel Hector le Couteulx de Canteleu (1827-1910), een kapitein bij de cavalerie in het Franse leger, is de Basset d’Artois, een kortharige driekleur, altijd als zuiver ras blijven bestaan. Dit in tegenstelling tot de Bassets uit Normandië, Gascogne en Saintonge. De Basset d’Artois wordt voor het eerst tentoongesteld in 1863 in Parijs en dat is tegelijkertijd de eerste hondententoonstelling die in Frankrijk wordt gehouden. Hoewel er vermoedens bestaan dat types zoals de Basset Hound al in de middeleeuwen in Engeland voorkwamen, begint de officiële geschiedenis dus op een tentoonstelling in Parijs. En zoals dat ook bij andere rassen het geval is, maken Engelse jachthondenliefhebbers diverse keren de overtocht naar Frankrijk, op zoek naar ‘iets nieuws’. Dat is van alle tijden, want ook veel Nederlandse kynologen zijn door de jaren heen afgereisd naar andere Europese landen om vandaar ‘iets nieuws’ te halen. Het ligt misschien niet zo voor de hand, maar de contacten en bezoeken over en weer van de Engelse en Franse adel zijn door de eeuwen heen een factor van grote betekenis geweest als het gaat om de uitwisseling van hondenrassen. Een goed voorbeeld hiervan is het Tapijt van Bayeux uit de elfde eeuw, waarop de Slag bij Hastings (1066) wordt verbeeld. Hierbij valt Willem de Veroveraar vanuit Normandië (Frankrijk) Engeland binnen en verslaat hij de Angelsaksische koning Harold. Behalve soldaten, wapens en paarden zijn er vooral veel honden op het tapijt afgebeeld. Zij vinden zowel in Frankrijk als in Engeland een nieuw bestaan en dragen bij aan de ontwikkeling van rashonden aan beide zijden van Het Kanaal.
Lees het volledige artikel in Onze Hond nr. 5. Bestel hier
Tekst en illustraties: Ria Hörter