Iedereen weet wel dat goede socialisatie van pups belangrijk is. Maar wat houdt het nu eigenlijk in? Moet je je hond maar gewoon zo vroeg mogelijk aan zoveel mogelijk dingen blootstellen? Kathryn Lord, die op uitnodiging van Doggo voor een seminar in Nederland was, deed samen met Ray Coppinger onderzoek naar de evolutie en ontwikkeling van honden en wolven. Ze hield zich onder andere bezig met de vraag waarom de socialisatiefasen tussen hond en wolf zo sterk verschillen.
Socialisatieperiode
Een pup ontwikkelt zich in de eerste 8 weken razendsnel. Zijn hersenomvang groeit van gemiddeld 8 cm³ bij geboorte tot 60 cm³ als hij 8 weken is. Daarna vlakt de groei af: 80 cm³ op 16 weken, 100 cm³ bij de volwassen hond. In die tijd gebeurt er veel, zowel bij de wolven- als bij de hondenpup. Er is een periode waarin de pup geen angst kent en alles wat hij leert kennen normaal vindt. Ook de diersoorten waarmee hij kennis maakt – zoals de mens – zijn dan later voor hem vertrouwd. Maar er is een opmerkelijk verschil tussen honden- en wolvenpups. Bij honden is de belangrijkste socialisatieperiode, dé fase waarin ze het meest ontvankelijk zijn voor nieuwe indrukken, tussen 4 en 8 weken. Uit het onderzoek van Kathryn Lord komt naar voren dat de meeste honden jonger dan 4 weken nog te weinig gecoördineerd bewegen om ergens op af te gaan.
Hersenontwikkeling van de pup.
Hun oren en ogen zijn weliswaar open maar ze functioneren dan nog niet zo goed. Er is al wel sprake van socialisatie met hun nestgenoten en hun moeder, en de mensen die hen verzorgen: ze kunnen al wel goed geuren en aanrakingen waarnemen. Vanaf 4 weken beginnen de andere zintuigen ook mee te doen. Geluiden kunnen ze op 5 weken betrouwbaar waarnemen, het zien is met ongeveer 6 weken helemaal goed. Ze hebben dus een paar weken waarin ze met al hun zintuigen indrukken op kunnen doen met mensen, andere diersoorten en hun omgeving, waarbij ze nog geen of weinig angst kennen. In week 4 zijn ze nog nergens bang voor, in de periode daarna worden ze langzaam terughoudender naar nieuwe dingen maar gaan er nog wel op af. Na ongeveer 8 weken (het verschilt per ras/type) vinden ze nieuwe dingen eng en gaan ze er niet meer – zo vrij – op af om ze te verkennen.
In de primaire socialisatieperiode (de eerste 8 weken) kunnen de hondjes heel gemakkelijk gesocialiseerd worden met andere diersoorten, waaronder de mens. Slechts 90 minuten contact met mensen in de eerste periode maakt al dat ze mensen of bijvoorbeeld paarden als iets vertrouwds herkennen (al is meer natuurlijk beter). Na 8 weken kunnen ze alleen nog wennen aan iets nieuws als er ook een vertrouwd aspect is: een bekend iemand, of een bekende andere hond. In de periode van 8 tot 16 weken, als de meeste pups al bij hun nieuwe familie zijn, leren ze nog erg veel en snel. Maar ze bouwen dan voort op wat ze daarvoor al als vertrouwd hebben leren herkennen. Hun hersenen zijn dan nog steeds erg in ontwikkeling, vanuit een vertrouwde basis kunnen ze dan nog relatief gemakkelijk generaliseren.
Tekst: Regine Voort Foto’s: Kathryn Lord
Het hele artikel lees je in Onze Hond 2019/4. Wil je nooit meer iets missen van Onze Hond? Neem dan een abonnement.