Foto gezondheidszorg

Medische detectiehonden: Nog lang niet uitgesnuffeld

Een van de recentere taken van honden is medische detectie. Het reukvermogen van de dieren wordt ingezet bij de opsporing van ziekten, zoals kanker bij mensen en, sinds afgelopen jaar, het coronavirus COVID-19. Hoe gaat dit precies in zijn werk en wat zijn de resultaten uit onderzoek tot nu toe?

Medische detectiehonden, ook wel biodetectiehonden genoemd, zijn getraind om de geur van vluchtige chemische stoffen te herkennen die worden aangetroffen in urine-, ontlastings- en huidmonsters, wanneer mensen aan bepaalde specifieke ziekten lijden. Bijna alle honden zijn er niet op getraind om geuren direct op mensen te detecteren. Veel ziekten veroorzaken biochemische veranderingen in ons lichaam, en deze zorgen ook voor een verandering in geuren die van ons lichaam afkomstig zijn. Een eerste melding¹ dat een ziekte door een hond was waargenomen stamt uit 1989, bij een geteste persoon met een kwaadaardig melanoom (huidkanker), gevolgd door een ander onderzoek² uit 2001, waarbij een enkel geval van basaalcelcarcinoom van de huid werd gedetecteerd.

Twijfelachtig urinemonster

Toch was het idee om dit vermogen van honden te gebruiken in een klinische diagnose aan het begin van deze eeuw nog nieuw. Met de studie van Willis et al.³ in 2004 werd een eerste voorzichtige stap gezet in het testen van een dergelijk idee, door honden te trainen om blaaskanker te detecteren uit urinemonsters van patiënten. Dit bleek uiterst succesvol toen hun detectiepercentage bij dubbelblind tests veel beter was dan verwacht. De onderzoekers ontdekten dat bij een blaastumor vluchtige verbindingen in urine aanwezig zijn die een kenmerkende geureigenschap hebben en dat deze geur verschilt van geuren die samengaan met secundaire effecten van de tumor, zoals bloedingen, ontsteking of infectie. De meest intrigerende bevinding was het verhaal van de controlepatiënt die werd gebruikt tijdens de trainingsfase en waarvan het urinemonster consequent door de honden als een geval van blaaskanker werd geïdentificeerd. Ondanks de negatieve resultaten van de patiënt na een cystoscopie en echografie, was de arts voldoende onder de indruk van de prestaties van de honden om de patiënt opnieuw te testen. Hij vond een niercelcarcinoom.

Uitgeademde lucht

Al snel volgden meer studies met honden in medische detectie, zoals die in 2006 van McCulloch et al.4 en hun onderzoek naar geurdetectie door honden bij long- en borstkanker. Zij concludeerden ‘dat training efficiënt is en het aantonen van kanker accuraat. In een kwestie van weken werden honden, met alleen als basisgedrag een ‘puppytraining’, getraind om ademmonsters van long- en borstkankerpatiënten nauwkeurig te onderscheiden van die van controles. Dit proefproject met geurdetectie door honden toont de geldigheid aan van het gebruik van een biologisch systeem om uitgeademde lucht te onderzoeken bij de diagnostische identificatie van long- en borstkanker.’ Inmiddels was ook geurdetectie van kanker door honden gerapporteerd in een onderzoek5 met twee honden en zeven geteste personen met een melanoom, evenals vele onderzoeken naar blaas-, long-, borst- en eierstokkanker. Er werd gemeld dat honden kunnen worden getraind om ademmonsters van patiënten met long- en borstkanker te onderscheiden van die van controlepersonen, en om weefsels van eierstokkanker met hoge nauwkeurigheid te onderscheiden van controleweefsels.

Lees het volledige artikel in Onze Hond nr. 2. Bestel hier

 

Deel bericht

Bekijk ook