Deze zomer vertrok Karen Soeters van House of Animals samen met haar team naar het oorlogsgebied in Oekraïne, om te helpen bij het redden van dieren in nood. Met gevaar voor eigen leven bezochten ze het overstroomde rampgebied bij Dnipro, Charkiv en Zaporizja. Na een enorme dambreuk daar moeten duizenden mensen en dieren nu niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk vechten om het hoofd boven water te houden.
Al sinds het begin van de oorlog in Oekraïne is House of Animals drukdoende met het leveren van noodhulp. Karen vertelt dat ze al eerder in Oekraïne was. Ze bezocht noodlijdende dierenopvangcentra, doneerde geld aan dierenbeschermingsorganisaties en probeerde met heel veel druppeltjes een gloeiende plaat een klein beetje minder heet te maken. En toen werd begin juni de stuwdam bij de stad Nova Kachova opgeblazen. Met als gevolg geen druppeltjes, maar een enorme overstroming toen het stuwmeer achter die dam leegliep. Mensen en dieren verdronken, huizen werden meegesleurd en een enorme ramp voltrok zich.
Met eigen ogen
Natuurlijk waren er best wat mensen die met klem afraadden om deze reis te gaan maken, maar als Karen iets wil, moet je van goede huizen komen om haar een andere kant op te praten. “We wilden met eigen ogen zien wat er daar aan de hand is, welk leed er veroorzaakt is door een combinatie van oorlog en overstroming, hoe onze hulp wordt ingezet en welke hulp er nog nodig is, op welke plaatsen. We vinden het belangrijk om onze donateurs te kunnen laten zien wat er is gebeurd met het geld dat ze ons gaven. Als je ter plekke bent kun je veel beter inschatten en overleggen wat er nog nodig is om te helpen. Maar ook was het fijn om de mensen in Oekraïne waar we mee samenwerken, te ontmoeten of weer te zien. Het heeft echt een toegevoegde waarde om daar te zijn, te zien wat er aan de hand is. Dan begrijp je pas echt hoe heftig het is om een koelkast te hebben waar elke dag tussen twaalf en zes de stroom afgaat, terwijl er voedsel en medicijnen koel gehouden moeten worden. En hoe fijn het dan is als er een aggregaat komt. En inderdaad: het is zwaar om op een plek te logeren waar je regelmatig door het luchtalarm de schuilkelders in gejaagd wordt. Maar stel je eens voor hoe heftig het moet zijn om daar te wónen.”
Op de vlucht voor het water
Karen vertelt dat mensen na de dambreuk massaal dieren gingen redden. “Slachtoffers van de overstroming moesten hals over kop vertrekken en vaak bleven hun dieren achter. In stallen of aan een ketting. In appartementen of losgelaten op straat. Heel veel dieren hebben, vechtend voor hun leven, water binnengekregen dat vervuild was door bijvoorbeeld olie en benzine. Vaak waren ze onderkoeld, zijn ze gewond, hebben ze huidproblemen door vervuild water, en sowieso zijn ze bijna allemaal getraumatiseerd. Het is echt opvallend hoe veel rashonden er nu in de opvang zitten bij Pegasus, een van de opvangen die wij bezochten. We konden deze stichting een mooi bedrag overhandigen waarmee ze een nieuw hondenverblijf gaan realiseren. Voor de oorlog ving Pegasus zo’n 500 honden op, tijdens de oorlog ongeveer duizend en nu een veelvoud daarvan. Maar dan nog: voor veel dieren is er simpelweg geen plaats. Dat zijn huisdieren: doodsbange, compleet overdonderde huishonden die op straat zwerven, katten die uit huizen zijn gevlucht, paarden die op zoek zijn naar eten: allemaal op de vlucht voor het water. Er zijn mensen die tientallen honden en katten opvangen in hun eigen huis, omdat de shelters vol zitten. Of ze zorgen voor groepen dieren die getraumatiseerd en doelloos rondzwerven op straat. De verhalen die je hoort gaan door merg en been. Mensen die doodsbang zijn en graag zouden vluchten, maar dat niet kunnen omdat ze de dieren niet aan hun lot kunnen overlaten.”