Carolina Pruis was in het bedrijfsleven altijd ‘mevrouw de directeur’. Ruim dertig jaar werkte ze in leidinggevende functies, was ze een hooggeplaatste vrouw op een apenrots omringd door mannen. Je hoefde haar niks meer te vertellen over managen of motiveren, ze schreef boeken over leiderschap en wist precies hoe je het beste uit mensen kon halen. En toen kwam er een klein ruwharig kereltje in haar leven dat alles op zijn kop zette en haar een belangrijke les leerde: er kan er maar één de baas zijn.
“Even aan wennen”
Carolina Pruis was interim-directeur bij tientallen bedrijven. Ze vertelt dat ze dertig jaar lang gewend was om leiding te geven, voor elkaar kreeg dat mensen haar plan volgden en een groep medewerkers kon leiden naar een gezamenlijk doel. Ze schreef er zelfs boeken over.
Ongeveer 3,5 jaar geleden kwam Teckel Jax in het leven van Carolina en haar partner. Carolina vertelt dat haar vrouw Fenny een andere opvoedstijl heeft dan zij zelf. “Ik vond altijd dat je ‘de baas’ moest zijn over een hond. Het zou zomaar kunnen dat dat iets te maken heeft met mijn achtergrond en mijn werk. Fenny en ik hadden, voordat Jax kwam, los van elkaar ook wel honden gehad, maar nog nooit een Teckel. Nu we Jax kennen, vinden we allebei dat deze hond echt van een andere categorie is, onder andere qua eigenwijsheid. Fenny kon daar prima mee omgaan, ik moest er – zeg maar – even aan wennen.
Dat ‘even wennen’ had een nieuw boek tot gevolg. Het boek Er kan er maar één de baas zijn gaat over Teckel Jax, en wat hij Carolina leerde.
Leiderschapsideeën overboord
Carolina vertelt dat ze zich de eerste maanden na de komst van Jax regelmatig afvroeg waar ze in ’s hemelsnaam aan begonnen was. “Ik ging met hem naar puppytraining en daarna naar de cursus ‘gehoorzame hond’. Elke dinsdag stond ik op dat trainingsveld en Jax was de enige hond van het hele groepje die het simpelweg verdomde ook maar één opdracht uit te voeren. Zelfs niet als de hondentrainer die de cursus gaf, het probeerde. Ik heb serieus overwogen om ermee op te houden, vroeg me zelfs af wat ik moest met een hond die niet wil luisteren. Ik was altijd ‘de directeur’, heb jarenlang leidinggegeven aan groepen mensen en het was echt frustrerend dat dat met één zo’n klein hondje niet lukte. Als ik links wilde, ging hij rechts, en dan kun je op je kop gaan staan: Jax doet wat hij wil. In eerste instantie werd ik kwaad op hem, probeerde ik hem mijn wil op te leggen, maar al snel kwam ik erachter dat dat absoluut niet werkte. En toen besloot ik: Ik kan die strijd blijven aangaan en hem keer op keer verliezen. Of ik geef mijn hond af en toe zijn zin zodat we toch nog een leuke wandeling hebben. Al mijn leiderschapsideeën moesten overboord.”