Veel mensen denken dat zwemmen voor een hond de gewoonste zaak van de wereld is, maar dat is zeker niet altijd het geval. En áls een hond zwemt, is dat zeker niet vanzelfsprekend direct op de goede manier. Liz Wolting van Animal’s Faith vertelt in Onze Hond 8 hoe je een hond kunt leren zwemmen.
Sommige honden gaan wel het water in, maar zwemmen ongecontroleerd en paniekerig. Ze veroorzaken een waterballet met hun voorpoten en worden doodmoe van een klein stukje voortploeteren. Sommige kortsnuitige honden kunnen letterlijk en figuurlijk het hoofd niet boven water houden, vanwege het formaat en gewicht van dat hoofd, én omdat ze vaak van nature al wat benauwd zijn. Er zijn ook rassen met zulke korte poten dat zwemmen nauwelijks mogelijk is, en wat dacht je van een vacht die water absorbeert, waardoor de hond heel hard moet werken om niet te zinken?
Maar zelfs een hond met de perfecte bouw en vacht om te zwemmen, zal ‘t moeten leren. Het is niet verstandig om een hond in het water te gooien, trekken of duwen. Ook is het geen goed idee om je hond zo gek te maken van een bal of voorwerp dat hij klakkeloos achter dat ding aanspringt, het water in. Als een hond enkel met zijn bal bezig is, is er geen tijd en rust om bij het water en zwemmen stil te staan. Dan zwemt hij op overlevingsinstinct.
Een nat voetje halen
Als we een hond goed willen leren zwemmen, is het belangrijk om samen het water in te gaan. Loop een klein stukje het water in en vraag je hond mee te komen. Durft hij dat niet, wacht dan gewoon rustig totdat hij wel weer een stap durft te zetten en beloon hem daarvoor. Dit bouw je het stap voor stap op, totdat je hond samen met jou eerst een nat voetje durft te halen en vervolgens door het water durft te lopen. De meeste honden vinden het pas echt spannend worden als ze geen bodem meer onder hun poten voelen. Oefen daarom altijd in water dat geleidelijk dieper wordt, zodat je hond rustig kan wennen en niet in paniek raakt. Veel honden beginnen hard te spartelen met hun voorpoten als ze het zwemmen spannend vinden. Daarbij verstijft de achterhand, waardoor ze hun achterpoten opgetrokken en stilhouden. Zolang je hond zijn achterpoten niet gebruikt, leert hij nooit evenwichtig zwemmen en is zwemmen ook nog eens heel vermoeiend (en allesbehalve verkoelend). Houd daarom in het begin een hand onder de buik van je hond, zodat je hem kunt helpen zijn rug parallel aan het water te houden. Zodra hij daar eenmaal aan gewend is, zal hij zijn achterpoten steeds meer gebruiken en uiteindelijk zelfstandig zwemmen.
Zwemvest
Het dragen van een zwemvest is aan te raden voor honden met een zware voorhand, diepe borstkas en/of platte neus. Het helpt ze om meer in balans te blijven, zodat ze zelf niet zo hard moeten werken. Neem je je hond mee op een boottocht, dan is een zwemvest sowieso raadzaam.