Zeker nu de mogelijkheid bestaat om te titeren, veroorzaakt het onderwerp vaccineren nogal wat ophef. Heftige discussies verdelen belanghebbenden, voor- en tegenstanders, in meerdere kampen. Hoe zit het nu echt? Lees hier de laatste stand van zaken.
Protectie Is vaccineren het afwegen van risico’s, of juist beschermen? Sommige mensen zijn principieel tegen verplicht vaccineren omdat dit een aantasting van de lichamelijke integriteit is. Kritisch zijn en blijven is prima, maar meehelpen om rondwarende horrorverhalen te helpen verspreiden, is: (vermeende) negatieve bijwerkingen prioriteit geven en succes bagatelliseren. En ja, er bestaat een verwaarloosbare kans dat een hond (milde) klachten − zoals een zwelling op de lokale plek van de injectie, kortdurende koortsigheid, of een snotneus na de neusenting tegen Kennelhoest – cadeau kan krijgen na een toegediende vaccinatie. Net als bij kinderen en volwassenen. Er is nog steeds geen grootschalig en gedegen onderzoek gedaan naar gerapporteerde bijwerkingen. Bij beweringen en speculaties van (chronische) aandoeningen als respons of de zogenaamde Spätschäden is daarom enige nuance op zijn plaats, omdat de oorzaak nooit exact te achterhalen is. Had de hond misschien al iets onder de leden dat van invloed was op de enting, of triggerde de enting een latente aandoening of allergie? Op dit vlak ligt een duidelijke taak voor de verantwoordelijke dierenarts weggelegd om uitsluitend gezonde en vitale honden te vaccineren en bijwerkingen te registreren.
Vaccineren is vooral de bereidheid om solidair te zijn met de rest. Een grote dekking voorkomt uitbraken en roeit ziekten uit. Als 95% van de populatie is beschermd tegen ziekten waartegen geënt kan worden, heeft elke hond daar baat bij. De dialoog gaat er immers niet over dat je vaccineren achterwege wilt laten, maar dat je op een onderbebouwde en zorgvuldige manier je hond wilt beschermen zonder zijn immuunsysteem onnodig te belasten.
Titeren in de praktijk
De dierenarts legt de afleesstrips van VacciCheck klaar, tapt een klein buisje bloed af en stipt elk stripje met een druppel bloed aan. Het verschilt per hond of er al dan niet een klein vierkantje vacht van de poot wordt afgeschoren. Na minimaal een half uur kan de dierenarts de strips aflezen. Op basis van de uitslag (een kleurensjabloon) maakt hij een interpretatie van het beschermingsniveau van de desbetreffende hond: heeft deze nog voldoende antilichamen en voor hoelang. Heeft de hond voor één of meerdere ziekten een te lage titer dan wordt toch de cocktail gegeven, omdat Parvo, Hondenziekte en Hepatitis niet afzonderlijk kunnen worden ingespoten. Maar u bent zich nu waarschijnlijk wel bewust dat het vaccineren geen overbodige luxe is. Optionele vaccinaties voor Leptospirose (de Ziekte van Weil,) Para-influenza en Bordetella (beiden veroorzakers van kennelhoest, een equivalent van de griep in al zijn variëteiten) zo weten we, zijn sowieso beperkte tijd geldig. Bij Leptospirose, een bacteriële ziekte, voegt de waarde van een titerbepaling niets toe, omdat antilichaamtiters kort bestaan en omdat er geen correlatie bestaat tussen de titer en de beschermingsgraad. Honden en eigenaars met prikangst wordt aanbevolen om in groepsverband (bijvoorbeeld op clubdagen, bij hondenscholen of in een dierenwinkelsetting) te titeren. De honden zijn afgeleid en worden tussen leuke activiteiten door geprikt wat minder stress oplevert. Daarbovenop kunt u in de regel gebruik maken van groepskorting.
De dierenarts
Is de informatie die we van de dierenarts krijgen correct en objectief, vraagt menige hondeneigenaar zich af. Je mag ervan uitgaan dat een dierenarts het beste met je beestje voorheeft. Uiteraard drukt de genoten studie een stempel op zijn werkwijze, ondersteunt hij de richtlijnen van de beroepsorganisatie de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), spelen ervaringen een rol, en volgt hij de bijsluiter op de verpakkingen van de fabrikant (ook om claims te voorkomen) en niet onbelangrijk: speelt economisch belang een rol – die dure en intensieve zevenjarige opleiding moet iets opleveren. Alle dierenartsen ontkomen niet een omschakeling. De traditioneel ingestelde dierenarts weet dat het principe ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ is ingehaald. In plaats van de vaste inkomstenbron van standaard vaccineren, zal hij alternatieven moeten aanbieden in de vorm van titeren plus (indien nodig) vaccineren in combinatie met een jaarlijkse laagdrempelige gezondheidscheck. Dierenartsen die (aanvullend) werken met alternatieve geneeswijzen kunnen de voorkeur geven aan preventie (holistische of homeopathische profylaxe) om bijvoorbeeld de weerstand bij zieke honden die om die reden niet gevaccineerd mogen worden te vergroten. Tot dusver gaan officiële instanties ervan uit dat nosodes (gepotentiëerde verdunningen van een reguliere entstof) geen vervanging zijn voor de standaard vaccinaties. De effectiviteit van de toepassing met nosodes is nog niet wetenschappelijk bewezen. Als men om persoonlijke redenen toch kiest voor nosodes in plaats van de gebruikelijke vaccins, is titeren bij uitstek een uitstekend meetinstrument om aan te tonen dat deze behandeling bij de hond inderdaad de belofte waarmaakt … of niet.
Erkend
De Titerbepaling heeft een toereikende voorspellende waarde vindt de WSAVA (World Small Animal Veterinary Association). Titeruitkomsten zijn betrouwbaar ongeacht dat de hoogte van de titer slechts een momentopname is en geen precieze gegarandeerde beschermingsduur aangeeft. De organisatie geeft aan dat bij volwassen gevaccineerde honden met een aangetoond beschermingsgehalte titeren (en zo nodig hervaccineren) pas na drie jaar herhaald hoeft te worden. De Raad van Beheer accepteert titers op hondenshows als ze zijn bepaald door een officieel erkend, onafhankelijk laboratorium. In het Besluit Houders van Dieren geeft de overheid aan dat een titerbepaling is toegestaan om te voldoen aan de vaccinatieplicht. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) verklaart dat titerbepalingen ingezet mogen worden om aan de vaccinatieplicht te voldoen, mits de dierenarts in het paspoort of inentingsboekje aangeeft wanneer de hond is geënt en wanneer hij voor een herhaling wordt verwacht. Als dierenpensionhouder ben je dus tegenwoordig vrij in je keuze of je alleen honden aanneemt met de volledige reeks entingen of dat je ook honden aanneemt die een titerbepaling hebben gehad. Uiteindelijk ben jij verantwoordelijk voor het welzijn van de pensiongasten.
Titeren en (verplicht) vaccineren zullen onderwerp van gesprek blijven vanwege individuele opvattingen en belangenverstrengeling. Eigenaars die zich niet in de materie verdiepen, of een te smalle beurs hebben voor het totaalpakket titeren/vaccineren en gemakshalve kiezen voor vaccineren, zouden toch na elke vaccinatie met een controle via een titerbepaling moeten laten vaststellen of ze er goed aan hebben gedaan. Dat wil zeggen of de prik daadwerkelijk resulteert in optimale bescherming, dit omdat er individuele variatie in de mate van immuunrespons bestaat. NB Bij het vaccineren tegen Hondsdolheid zijn gevallen bekend waarbij zich pas na meerdere vaccinaties voldoende antistoffen in het bloed van de hond bevonden. Denk hierbij aan landen die een vaccinatie plus een titerbepaling tegen Rabiës (een zoönose) eisen