Tekst: Hanneke Reitsma | Foto’s: Shutterstock
Wanneer je nu net een pup hebt, vraag je je wellicht af hoe je hem of haar moet socialiseren in deze periode van corona. Want hoe moet dat nu? De straten zijn uitgestorven, het openbare leven ligt bijna plat. In dit artikel vind je achtergrondinformatie en adviezen, en specifieke adviezen ten tijde van de coronacrisis.
Socialisatiefase van je pup
De puppytijd (0-4 maanden) is een superbelangrijke fase. De natuur heeft het zo geregeld dat jonge dieren in korte tijd moeten leren wat veilig en onveilig is. Bij wolven is het zo dat de welpen de eerste weken in het hol verblijven en ze er langzaamaan steeds verder vandaan gaan, maar de eerste maanden blijft het hol hun uitgangspunt. Onze huishonden zijn in zekere zin nog net zo voorgeprogrammeerd als hun (verre) voorvader wolf. NB Hier is nuance in aan te brengen, aangezien onze honden geen wolven meer zijn, en ook omdat we nogal diverse types honden hebben gefokt, maar voor dit artikel voert dit te ver.
In het algemeen houden we voor pups aan dat ze relatief open staan voor nieuwe indrukken tot een week of 7 a 8 en dat ze daarna steeds gevoeliger en terughoudender worden. Op de leeftijd van 12-18 weken zien we dat angst voor het onbekende meer en meer gaat overheersen. Dat betekent dat onze pup dus vóór die tijd al optimaal kennis moet hebben gemaakt met van alles, zoals mensen, honden, andere dieren, geluiden en optische prikkels, opdat hij later niet onnodig angstig is.
Als het goed is, heeft de fokker van je pup hier al een mooie basis gelegd door de pups al kennis te laten maken met mensen en honden etc. in een veilige omgeving.
Socialiseren, wat is dat eigenlijk?
Soms denkt men dat socialiseren betekent dat de pup letterlijk overal interactie mee moet hebben, en in héél veel verschillende situaties. Er zijn hele lijsten om af te vinken: de stad, de markt, het station, het openbaar vervoer, het schoolplein, de dierentuin etc. In de hoop dat hij dan alles leuk gaat vinden. Wanneer we dan de pup druk (op)springend en kwispelend bij ál die mensen, dieren en zaken zien ronddollen, dán lijkt de socialisatie geslaagd.
Inmiddels weten we dat dit niet helemaal de manier is, en voor sommige types zelfs averechts kan werken. Omdat we weten dat, los van het ras of type, ieder individu zijn eigen karakter, gevoeligheden, intrinsieke motivatie en ‘copingstrategie’ heeft. Onder dat laatste verstaan we dat een dier (ook de mens) in een spannende situatie onbewust kiest voor flight (vluchten), fight (vechten), freeze (niet bewegen) of fiddle (‘aanrommelen’, zoals snuffelen, likken, krabben, maar ook: in de rondte springen, gek doen). Dat drukke opspringen (en happen) van de pup kán dus ook betekenen dat hij simpelweg niet weet wat hij met ál die prikkels aan moet! Of … dat hij juist in een overvolle winkelstraat uit zichzelf héél rustig en met een slap lijntje meeloopt. Niet omdat ie al zo braaf is, maar omdat hij zich afsluit van al die prikkels – het is too much.
Ook al ziet het er in onze ogen vrolijk en schattig en wellicht al superbraaf uit,
soms is het dat voor de pup zelf niet.
De moederhond: no stress
Een stabiele, sociaalvaardige moederhond die de pups tot minimaal 8 weken(!) kan opvoeden, is minstens zo van belang als een goede opvoeding en socialisatie door ons. De pups krijgen immers niet alleen genetisch alles via haar (en de vaderhond) mee, maar ook via haar gedrag. Blaft of gromt mamma naar vreemden, dan zullen die vreemden wel gevaarlijk zijn. Is zij veelal ontspannen en vriendelijk, dan is er ook weinig stress in het nest.
Wanneer de pup bij ons komt, nemen wij die rol van de moederhond als het ware over. Natuurlijk zijn wij niet helemaal in staat om te doen zoals zij doet. Maar vanaf dan zijn wij zijn voorbeeld, steun en toeverlaat. Onderschat niet de impact die óns gedrag en onze emotie op hem heeft.
–
Hij wil niet eens lopen!
Heel veel jonge (8-12 weken) pups vinden uit huis gaan heel spannend. Ze gaan op hun kontje zitten, zijn niet vooruit te lokken of te trekken, maar … terug naar huis trekken ze jou voort!
Dat is hoe de natuur ze geprogrammeerd heeft: buiten = potentieel gevaar, thuis = veilig.
En eenmaal eindelijk op het grasveldje aangekomen gaat de kleine daar óf beduusd zitten, of tegen ons opspringen en in ons bijten, stuitert alle kanten op, of is nog steeds in de ik-wil-naar-huis-modus. Herken je zijn copingstrategie? De pup ziet, hoort en ruikt(!) voortdurend nieuwe, leuke, spannende, en potentieel gevaarlijke dingen. Tig keer per dag brengen we onze piepjonge pup in een situatie waar hij qua ontwikkeling soms nog niet aan toe is.
Maar wat dan?? Hij moet toch buiten zindelijk worden? En hij moet toch socialiseren?
Zindelijk worden van pups
Allereerst: maak onderscheid tussen zindelijk worden en socialisatie-uitjes. Als het even kan, maak de jonge pup eerst zindelijk in – een hoekje van – de tuin, zodat je daarvoor niet ook de straat op hoeft. Leg een vierkante meter graszoden neer waar hij zijn behoefte mag doen. Daar laat je hem na het slapen, eten en spelen even ontlasten. Even de deur open, ‘plasje doen’ op vrolijke toon zeggen terwijl ie plast, en het is zo gepiept.
De wereld in
Los van het zindelijk maken, ga je twee a drie keer per dag kort op stap om samen de wereld te verkennen. Zorg voor een prettig zittend tuigje van zacht nylon, of een zacht halsbandje. Daarnaast heb je een lichte lange lijn nodig van minimaal 3(!) meter, liever nog langer. Dat voorkomt onnodig en onaangenaam geruk en getrek omdat de lijn snel strak staat, en geeft je pup ruimte om op zijn manier en tempo met je mee te lopen.
Maak je tijdens die uitjes niet druk om een ‘wandelschema van 5 minuten’. Geef je pup vooral de tijd. Loop een stukje. Ga ergens even zitten en laat hem maar kijken, op afstand. (Dat kan ook tijdens de coronacrisis.) Ga een paar keer per week met de auto weg; een korte rit naar iets leuks en steeds iets anders. Eventjes optillen en dragen, van huis af of bij langere afstanden, zeker bij de piepjonge pups, is geen enkel probleem. En kijk goed naar je pup. Leer zijn gedrag en taal herkennen en zijn copingstrategie. Hoe staat zijn staartje? Zijn oren? Hoe hoog is zijn opwinding? Is hij nog ‘aanspreekbaar’.
En vooral: wees je bewust van jouw eigen gedrag; als jij bang of boos bent, gestrest of anders dan anders doet, welke boodschap geef je hem dan?
3-secondenregel
Des te langer een pup/hond ergens op focust, des te groter is de kans dat de spanning oploopt, of er onverwachte dingen gebeuren, en er dus ongewenst gedrag kan ontstaan. En met focussen bedoel ik: intensief kijken naar een levend wezen die nieuw en spannend is, zoals een onbekend, anders uitziend dier of mens. En bedenk dat dit andere wezen ook onvoorspelbaar kan reageren op jouw pup.
Stel, je pup ziet voor het eerst een pony. Je pup vindt het spannend, maar is ook nieuwsgierig.
De pony komt ook nieuwsgierig naar je pup. De pup kijkt met grote ogen en is gespannen, en op dat moment briest de pony … Je pup schrikt! Wat doet jouw pup? Vlucht ie jankend? Schiet ie in paniek uit zijn tuigje? Blaft hij? Of … wil hij direct achter de pony aan? Het is allemaal al gebeurd voordat je het wist. En je pup is een verkeerde ervaring rijker.
Hanteer daarom de 3-secondenregel: loop rustig en relaxt met je aangelijnde pup langs de pony, op een afstand waarop hij het (nog) niet te eng vindt en het veilig is. Sta hooguit heel even stil om je pup te laten kijken en ‘lucht te laten nemen’ (ruiken in de lucht) – eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig – en loop weer door! Misschien is voor jouw pup 2 seconden zelfs beter dan 3. Sommige individuen zijn nu eenmaal sneller opgewonden of gespannen dan andere. Weer andere hebben meer de neiging tot (na)jagen of agressie. Door die korte tijd te hanteren voorkom je dit.
Doe zelf relaxt en praat eventueel zacht en vrolijk terwijl je doorloopt, eventjes iets mee trekken mag, maar zorg dat de lange lijn zo snel mogelijk weer los valt. Aarzelt hij? Ren dan vrolijk met wat gekke hupsjes bij hem weg, maar laat de lijn lang, je zal zien dat hij dan wél komt.
Bovenstaande herhaal je meermaals: gewoon op afstand erlangs lopen, en wellicht wat dichterbij. Je zal zien dat het per keer minder spannend wordt, het wordt normaal.
–
Is je wat opgevallen? Ik heb niets gezegd over met voertjes belonen of straffen.
Het gebruik van voertjes om bijvoorbeeld wat meer op je te letten, is niet verkeerd, maar je hoeft niet met voertjes te belonen voor ‘goed gedrag’ bij het socialiseren – sterker, nog voertjes kunnen afleiden van het doel: bewuste socialisatie.
Je hoeft ook niet te corrigeren om hem ‘in het gareel te houden’ als je het op deze wijze doet.
–
Oók in coronatijd
Op dit moment – met het coronavirus – kunnen we gelukkig nog steeds mensen ontmoeten. Weliswaar op afstand (1,5 m) en niet in groepen, maar dat is dus niet erg. De genoemde manier van socialiseren kun je prima toepassen. Overal. Want ook al zijn de scholen dicht, je kan je pup op afstand meenemen langs spelende kinderen. Ze hoeven de pup niet te aaien. Sterker nog, dat is nu helemaal niet wenselijk: via aaien kan het coronavirus eventueel via de vacht van jouw pup weer op de volgende persoon die aait terecht komen. Maar ook nu: interactie is niet per se noodzakelijk om te leren dat ook diverse kinderen bij het leven horen. Het zien, ruiken en horen op veilige afstand, en dat meermaals per week in de socialisatieperiode, is voor de meeste pups meer dan genoeg.
Ook al zijn de winkelstraten uitgestorven, diverse ‘soorten en maten’ volwassenen zijn ook voorradig als je langs de supermarkt loopt en in het park – op veilige afstand. Ook hier leert je pup hetzelfde: ze zijn er, het is niets om bang voor te zijn, en je hoeft er niks mee. Heeft je pup hiernaast intensief en prettig contact met het eigen gezin en/of wat vrienden, dan is dat voor de meeste afdoende om ‘de mens’ te begrijpen en er niet bang voor te zijn.
Ditzelfde geldt voor honden, andere dieren, maar ook vreemde objecten, geluiden en verkeer. Meermaals op veilige afstand erlangs lopen, en de 3-secondenregel hanteren. Regelmatig intensief en lang contact met een paar sociaalvaardige volwassen honden is ook voldoende om de hondse taal goed te beheersen. Contact maken met ál die andere honden op straat was ook voor de coronacrisis al niet noodzakelijk, en voor sommige honden ook niet wenselijk.
Thuis kun je prima e.a. ensceneren aan visuele en geluidsprikkels. Begin altijd zacht zodat je pup niet schrikt en als dat goed gaat, steeds iets harder. Er bestaan ook geluids-cd’s, maar ook op internet is genoeg te vinden. Wees creatief!
Tot slot
Zorg dat je goede kennis hebt van hondengedrag, -taal en stresssignalen. Leer je pup kennen, zijn aanleg en waar hij écht voor gaat. Let aldoor goed op het gedrag van je pup, voorkom te heftige reacties, geef hem ruimte, tijd en ook voldoende rust.
Bovenal: houd het hoofd koel. Blijf jij rustig en relaxt – zelfs tijdens deze stressvolle coronatijd -, dan leert hij dat hij op jou kan vertrouwen.
Heel veel succes en plezier gewenst!
Note
Natuurlijk kan het zijn dat jouw pup toch een andere aanpak nodig heeft, omdat zoals gezegd, ieder individu anders is, en hij wellicht een andere start heeft gehad.
Raadpleeg een ervaren en (erkende) gecertificeerde trainer of gedragstherapeut wanneer jouw pup te angstig of te opgewonden is, of wanneer je specifieke vragen hebt. Wacht niet te lang, er is maar één puppytijd!
Tijdelijke lente aanbieding
2 jarig abonnement
-
20 nummers in plaats van 10
-
Inclusief digitaal lezen
-
Eenvoudig opzeggen
Voordelen abonnee
Als eerste
Gratis thuisbezorgd In de bus voordat ‘ie in de winkel ligt
Mis nooit een uitgave
Met speciale lezersacties en aanbiedingen
Bespaar
Ontvang Onze Hond voor minder geld dan niet-abonnees.
Tevreden abonnees
Altijd op de hoogte van alles rondom jouw viervoeter.