Om het oorspronkelijke, juiste temperament van het ras te behouden, is het belangrijk dat de Nova Scotia Duck Tolling Retrievers -Tollers – getest kunnen worden op hun oorspronkelijke werkaanleg. De standaard jachthondenproeven in Nederland voorzien hier niet in, maar gelukkig kunnen Tollereigenaren bij de Nederlandse en de Belgische rasverenigingen deelnemen aan de ‘Tolling test’.
De Toller heeft de afgelopen jaren heel wat in populariteit gewonnen, en gezien er – gelukkig – geen splitsing in show- en werklijn bestaat, is het belangrijk dat de natuurlijke aanleg op een zo ideaal mogelijke manier getest kan worden. De Tolling Test werd in Zweden ontwikkeld en in Zweden en Denemarken zijn deze testen inmiddels officieel erkend. Sinds dit jaar heeft Duitsland een erkende proef die een beknopte versie is van de Scandinavische vorm – meer en meer Europese landen tonen een grote interesse in deze proeven.
De Belgian Toller Club houdt intussen sinds 2011 Tolling Testen, conform het Zweedse reglement, en is in afwachting van een officiële erkenning van haar proeven. Al een aantal jaren is er een nauwe samenwerking met de Nova Scotia Duck Tolling Retriever Club Nederland die intussen al enkele proeven op eigen bodem heeft georganiseerd. Beide clubs erkennen elkaars uitslagen waarmee de deelnemers zich kunnen kwalificeren voor de Tolling Kampioenschapswedstrijd.
De Tolling Test, waarbij alleen dummy’s worden gebruikt, moet de gehele jachtsituatie nabootsen. Daarom zal de test altijd aanvangen met het toenaderen van een vooraf uitgeplaatst net aan de waterkant. Omdat er wordt nagebootst dat er wilde eenden worden gelokt, moet de voorjager eigenlijk vanuit het water steeds onzichtbaar zijn, de voorjager moet dit eerste stuk dus in alle discretie samen met zijn hond uitvoeren. Geen luide commando’s, en ook de hond moet stil kunnen werken om de wilde eenden niet weg te jagen. Er is dus een perfect evenwicht nodig tussen appél en het speelse gedrag wat de Toller tijdens het aanlokken van de eenden moet gaan tonen. Al hurkend of zittend achter een net zal de voorjager ‘speeltjes’ voor de hond evenwijdig met de waterkant weggooien. Het speels apporteren van die objecten moet het gedrag nabootsen die de vossen tonen om de eenden aan te lokken.
Het ‘tollen’ is veel meer dan het repetitief apporteren van een object. Het zich ‘aantrekkelijk’ zichtbaar maken aan de eenden die op het water zitten, is iets wat doorgaans niet getraind hoeft te worden maar een speelse stijl waarmee ze gewoon geboren worden en wat het ras uniek maakt. De keurmeester geeft aan hoeveel keer de voorjager het speeltje links of rechts moet gooien, na het gooien moet de hond even bij de voorjager achter het net blijven, en daarbij moet er volledige rust in de hond zijn.
Het hele artikel lees je in Onze Hond 2019/8. Wil je nooit meer iets missen van Onze Hond? Neem dan een abonnement.