Schermafbeelding 2019-10-24 om 14.03.41

Achterliggende oorzaken van agressie

In de voorgaande nummers besprak Elian al diverse vormen van agressie, gerelateerd aan verschillende emoties. Dat agressie een heel complex gegeven is wat niet ‘zo maar even’ kan worden gelabeld, legt ze hier verder uit.

Zoals in de vorige afleveringen is beschreven, kan agressie de uitkomst van een heel scala aan emoties zijn. Vaak zijn dat onprettige emoties zoals angst, bezorgdheid voor een ander, jaloezie, irritatie en frustratie. Deze kunnen spontaan ontstaan, als direct gevolg van iets dat de hond zomaar onverwacht overkomt. In veel gevallen zijn de emoties echter het resultaat van een intelligente inschatting of een leerproces waardoor de hond bepaalde verwachtingen heeft over wat er gaat gebeuren. Deze emoties hoeven niet per definitie negatief te zijn. De euforie na een winnaarservaring kan de blije verwachting wekken dat ook een volgende rivaal gemakkelijk verslagen kan worden; de inschatting dat een prooi zonder veel risico gedood kan worden, kan zorgen voor een blije, hoopvolle stemming.

Her- en onderkennen

Het is belangrijk om de verschillende emoties achter agressie te herkennen en te onderkennen, omdat ze allemaal een andere aanpak vereisen om het tij te keren. Dat is echter toch vaak minder gemakkelijk dan het lijkt. In de eerste plaats kunnen van elkaar verschillende negatieve emoties, zoals angst, frustratie, bezorgdheid en jaloezie elkaar snel afwissen of zelfs samengaan. Positieve emoties kunnen omslaan naar negatieve en andersom. Je moet dus oppassen met het te snel ophangen van agressie aan één allesbepalende emotie. Het zit bijna altijd ingewikkelder in elkaar. Bovendien kunnen ook algemene, soms achterhaalde, denkbeelden over gedrag in de weg staan bij de interpretatie van agressie. Zo is door ethologen van het eerste uur een hardnekkige mythe in het leven geroepen dat honden altijd ‘waarschuwen’ voordat ze overgaan tot bijten, door bijvoorbeeld te grommen of even een lip op te trekken. De gedachte hierachter was dat honden liever conflicten willen vermijden en dat ze daardoor anderen de kans geven om hun handeling af te breken en zich uit de voeten te maken. In veel gevallen gaat er echter helemaal geen waarschuwing aan een aanval of beet vooraf, bijvoorbeeld wanneer de hond in een soort reflex spontaan reageert op iets bedreigends, zoals plotseling vanachter vastgepakt of geknepen worden. Vooral kleine kinderen die plotseling een hond hard in zijn zij knijpen of een vinger in een oog steken, zijn hiervan vaak het slachtoffer. Maar ook honden die er op uit zijn om een rivaal te doden of een andere hond, kind of mens als prooi beschouwen, geven geen als communicatie bedoelde waarschuwingen vooraf en vallen plotseling aan. Angst?Negatieve emoties gaan vrijwel altijd gepaard met (enige) sympathische activatie. Aangezien veel daarmee samenhangende verschijnselen, zoals tongelen, bek aflikken, hijgen en borstelen genoemd worden als tekenen van stress (of als ‘kalmerende signalen’) wordt angst waarschijnlijk te vaak beschouwd als de verklaring voor agressie. Daardoor wordt er al gauw te weinig rekening gehouden met de, soms tamelijk subtiele, verschillen tussen de diverse emoties en de vaak juist heel uiteenlopende achterliggende oorzaken.

Aanleiding

Omdat gedrag traditioneel vaak nog beschouwd wordt als een automatische of instinctmatige reactie op een bepaalde prikkel, richt men zich bij de aanpak van een agressieprobleem vaak vooral op de directe aanleiding en niet op de dieperliggende oorzaken. Er kunnen echter, net als bij mensen, allerlei redenen zijn waardoor een dier langere tijd emotioneel uit balans raakt en niet meer de veerkracht heeft om zich daar uit te werken. Als traumatisch ervaren gebeurtenissen, zoals een ongeluk, de dood van een geliefd mens of een andere hond, of het verlies van een vertrouwde, veilige omgeving, kunnen ervoor zorgen dat een dier in een depressie of langdurige angsttoestand terechtkomt die aanleiding kan zijn voor een plotselinge ontlading in agressie. Een routine waarbij een dier voortdurend beperkt wordt in het uiten van zijn natuurlijke behoeftes kan leiden tot een permanent slecht humeur: een voortdurend, latent gevoel van frustratie en boosheid. Naast kortdurende, incidentele gebeurtenissen kunnen zodoende ook al lang bestaande, algemene emotionele ‘toestanden’ ervoor zorgen dat agressie min of meer plotsklaps optreedt. De uitlokkende gebeurtenis is dan van ondergeschikt belang.

Pijn en ongemak

Chronische pijn en fysiek onwelzijn zijn waarschijnlijk enkele van de belangrijkste achterliggende oorzaken van gedrags-problemen bij honden, waaronder agressie. Recente onderzoeken wijzen uit dat tussen de 30% tot 80% van de gevallen pijn een rol bij gedragsproblemen speelt. Chronische pijn kan door van alles tot stand gekomen zijn: allerlei ziektes, ouderdom, slecht geheelde fysieke trauma’s, zoals botbreuken. Een probleem is dat chronische pijn vaak niet herkend wordt, soms door onoplettendheid van de eigenaar, soms omdat de hond er al zijn leven lang last van heeft en het dus niet zo opvalt; soms omdat het niet naar voren komt in standaard onderzoeken bij de dierenarts en heel vaak ook omdat honden meesters zijn in het camoufleren van hun pijn of ongemak. Doordat er bij veel hondenrassen geselecteerd is op een bepaald uiterlijk, zijn er nogal wat hondenrassen gecreëerd die dusdanige afwijkingen hebben in hun lichaamsbouw dat zij chronische pijn of voortdurend fysiek ongemak ervaren. Door de voortschrijdende inteelt die de rashondenfokkerij met zich meebrengt, komen allerlei erfelijke ziektes en afwijkingen bovendien bovengemiddeld vaak voor bij rashonden. Ook hierdoor hebben zij een grote kans op chronische pijn of ander fysiek onwelzijn. Designerrassen en kruisingen van bepaalde rassen met dezelfde kenmerken of achtergrond lopen daarop eveneens een vrij groot risico.

Agressiedrempel

Een andere achterliggende oorzaak van agressie kan liggen in genetische (emotionele) predispositie door selectie op bepaalde functionele eigenschappen bij (ras)honden in het verleden of heden. Diverse honden(rassen) zijn in het verleden systematisch gefokt voor een bepaald doel waarbij agressie gewenst was. Hierdoor kunnen bepaalde honden(rassen) die gefokt zijn voor hun geschiktheid als waak- en verdedigings-hond of als vechthond voor hondengevechten of andere dierengevechten een lagere agressie-drempel hebben dan honden die bijvoorbeeld juist speciaal gefokt zijn voor vreedzame samenwerking met (vreemde) mensen en honden. Recent onderzoek laat zien dat selectie geleid heeft tot neurofysiologische verschillen in de hersenen van voor een speciaal doel geselecteerde hondenrassen. Daarmee is echter nog niet gezegd dat alle honden van een bepaald ras zich hetzelfde gedragen. Er kunnen binnen rassen zeer grote individuele verschillen zijn, waardoor bijvoorbeeld de een zich wel en de ander zich nooit agressief gedraagt. Genetica is maar een deel van het verhaal; geschat wordt door onderzoekers deze voor 30% tot 70% verantwoordelijk is voor het gedrag. Omgevingsfactoren, zoals levensomstandigheden, training en opgedane ervaringen doen de rest.

Hersenen

Genetica en allerlei omgevingsfactoren kunnen er ook voor zorgen dat er in de hersenen van een hond iets grondig ontspoort. Het vermoeden bestaat dat honden, net als mensen, kunnen lijden aan ernstige psychiatrische ziektes die gepaard kunnen gaan agressie, zoals schizofrenie. Deze openbaren zich vaak pas als de hond volwassen is. Er is echter bij honden nauwelijks onderzoek gedaan op dit gebied. Analoog aan het onderzoek bij mensen is het waarschijnlijk dat ook traumatische ervaringen en ernstige verwaarlozing in de vroege jeugd kunnen leiden tot ontsporingen in de hersenen, waardoor er een disbalans ontstaat en een dier kan gaan lijden aan extreme angsten, woedeaanvallen of een gebrek aan remmingen die nodig zijn voor het goed laten verlopen van het sociale verkeer. Hoewel dus duidelijk is dat emoties en emotionele toestanden een zeer grote rol spelen bij het tot uiting komen van agressie, zijn de achterliggende oorzaken vaak nog verre van duidelijk.

Deel bericht

Bekijk ook